zaterdag 26 mei 2007

Voorpret

Nog even en dan hangen we weer in de lucht, richting het Verre Oosten.
Woensdagavond vertrekken we, maar voor die tijd moet er nog van alles gebeuren.
Alles wat er nog aangeschaft moest worden om mee te nemen, is inmiddels geregeld. Met extra aandacht voor de gezondheid, we gaan immers naar de tropen. De zakjes O.R.S. (oral rehydration solution) liggen klaar, de deet muggenolie moeten we zeker niet vergeten. De vaccinaties zijn een paar weken geleden al gehaald.
Alles wat achterblijft moet nog afgewerkt worden, mijn bureau ligt tjokvol.
De gebruikelijke administratie aan het eind van de maand, ongeopende post die waarschijnlijk nog beantwoord moet worden, stápels die nog opgeruimd moeten worden.
Een reis voorbereiden is leuk, de nodige rommel wegwerken al veel minder.
Het ingewikkelde programma waar we ons aan moeten houden, hebben we al een paar keer bestudeerd. De mails uit Maleisië hebben elkaar in een snel tempo opgevolgd, de wijzigingen in het programma waren talrijk. Gelukkig hebben we in het vliegtuig tijd genoeg om alles nog eens door te nemen.
In het kort: 2 dagen Kuala Lumpur, 1 dag Johor Bahru, 2 dagen Taman Negara (de echte jungle) en nog 1 dag Kuala Lumpur.
Maar eerst nog een mooie Pinksterdag; morgen in Utrecht en maandag in Mill.
De buurvrouw nog de 'gebruiksaanwijzing' voor onze kat uitleggen.
Op de laatste dag nog zoveel mogelijk was wegwerken en de hond naar het pension brengen.
Nog even en dan vliegen we naar Maleisië.

Volgende week dus geen nieuws uit Mill. Als het goed is en de techniek me niet in de steek laat, lees je hier dan nieuws uit Maleisië. Komend weekend bericht ik vanuit Kuala Lumpur of Johor Bahru, afhankelijk van de tijd en faciliteiten die ik dan tot mijn beschikking heb.

Deze week op Station Mill: Wat gebeurt er?

maandag 21 mei 2007

Dit Deurne Van Ons


Nog niet zo lang geleden las ik een gedicht van Frans Babylon uit Deurne voor, vandaag ging ik naar de voorstelling Babylon in Deurne. Het theaterstuk is een verhaal, verteld door het personage van de Deurnese dichter Frans Babylon – de rode draad in het stuk – over het Deurne van de Tweede Wereldoorlog en de eerste jaren daarna. Er waren toen twee kampen rond een verdenking van collaboratie; enerzijds gepersonifieerd door burgemeester Lambooy en ondernemer Hub van Doorne met daartegenover huisarts/schilder Hendrik Wiegersma en schrijver Antoon Coolen. Erik Vink, die dit spektakelstuk schreef is de kleinzoon van Piet Vink, de eigenaar van het rondtrekkend theater dat in die tijd in Deurne neerstreek en daar zijn bestemming vond in Bio Vink. Behalve Eriks visie op de geschiedenis verwerkte hij in het stuk ook nog een liefdesverhaal met een dramatische wending. Vijfenveertig rollen plus nog dertig figuranten, vier Deurnese toneelverenigingen. Een ware monsterproductie op een historische locatie met het Groot Kasteel op de achtergrond.
Het prachtige van het stuk zit hem vooral in het feit dat het karakter van dorpstoneel is behouden, terwijl het logistiek om een grote productie gaat. De Duitsers brachten een echt gevechtsvoertuig mee en de Tommy's kwamen in hun eigen jeep. Ook voor de Koninklijke Harmonie Deurne en het gilde Sint Antonius Abt was een rol weggelegd.
De verhaallijn was niet overal even duidelijk, maar de herkenbaarheid meestal wel heel groot. Markante figuren uit 'dit Deurne van ons', waaronder ook Hub van Doorne en Antoon Coolen, kwamen op het toneel goed uit de verf, alhoewel ze in het dagelijks leven misschien niet altijd de rol speelden die ze hier toegedicht hadden gekregen. Ikzelf herinner me bijvoorbeeld Grard Sientje nog heel goed, maar niet als de grappenmaker die Vink ervan gemaakt heeft. Daarentegen was de rol van pastoor Roes precies zoals ik me hem van de verhalen thuis had voorgesteld.
Wel jammer dat de hoofdrolspeler niet over de beste acteerkwaliteiten beschikte, vooral op de momenten dat hij gedeeltes uit zijn 'eigen' gedichten mocht voordragen. Daar had ik meer van verwacht.
De hoogtepunten waren de vertolking van De Wieger (dokter Hendrik Wiegersma door William van der Heijden) - die zijn entree in het stuk natuurlijk te paard maakte - en niet te vergeten de onvergetelijke Sientje Kivits (de moeder van Grard dus) die door een subliem spelende Pieternel Mastenbroek werd neergezet.
Het was een lange 'zit' (20.30 uur tot 23.30 uur met een half uur pauze), maar dat bleek pas aan het einde van het stuk. Avondvullend plezier, ik hoop dat Erik Vink over een paar jaar zich weer eens te buiten gaat aan het schrijven van een monsterproductie! Chapeau!
Alhoewel ten strengste verboden, heb ik uiteraard toch enkele opnames gemaakt. In de stijl van het stuk zijn ze hier in sepia-tinten te zien. Excuses voor de slechte beeldkwaliteit, zal wel komen omdat het illegaal gemaakte foto's zijn ;-)
























Voor meer informatie en beeldmateriaal: www.ditdeurnevanons.nl.



Deze week op Station Mill: Niks aan de hand

Ook leuk om te bekijken zijn onze online foto-albums, een voorbeeld hiervan zie je hieronder. Door op de afbeelding te klikken, kun je het hele album zien:

zaterdag 12 mei 2007

Zwarte mezen en ander nieuws

Tussen de buien door wandelden wij vanmiddag in een bos in Bennekom. Op aanwijzing van een bevriend bioloog genoten wij van nestelende vogels, bloeiende veenbesjes en af en aan vliegende kersverse vogelouders, zoals bijvoorbeeld de bonte vliegenvanger. Hij wist precies waar ieder vogeltje zat en waar je moest kijken om ze te zien. Logisch, want dat Bennekomse bos is zijn eigen (achter)tuin.
De afspraak was al lang geleden gemaakt, toen het nog prachtig weer was. Helaas doet dit weekend daar niet meer aan mee en was het overal behoorlijk nat. Het voordeel daarvan is wel dat het dan extra lekker ruikt in het bos.
Tijdens de wandeling hoorden we natuurlijk ook allerlei vogels en daarbij zongen de mezen het hoogste lied. Iedereen kent natuurlijk de koolmees en de pimpelmees met hun gele buikjes. Iets zeldzamer is de zwarte mees, die nét een ander lied zingt. Het klinkt als 'pietsie-pietsie-pietsie' en als je deze vogel wilt horen en zien, klik dan even hier.

We hadden ook nog het geluk dat we vader en moeder zwartmees af en aan zagen vliegen met wormpjes enz. voor hun kroost. Die jonkies 'zaten' in een mezenpot die we voorzichtig even van de plaats gelicht hebben om er stiekem in te kijken. Daar zagen we 7 kleine hongerlijders die allemaal hun best deden om op te vallen en zo het beste hapje te bemachtigen. Het is zelfs gelukt om een foto van het nest te maken, het bijdehandste mezenkind wilde wel even poseren!












Deze week las ik een opmerkelijk en ook verontrustend bericht in De Gelderlander. Ons nieuwe parlement heeft binnen het eerste half jaar van hun bestaan al voor de derde keer verlof! In totaal is de Tweede Kamer 18 weken per jaar buiten bedrijf! Het lijken verdorie wel onderwijzers. De in De Gelderlander geciteerde Jan Schinkelshoek (CDA) ontkent echter dat het om vakantie gaat, een reces is volgens hem iets totaal anders. De tijd wordt bijvoorbeeld gebruikt om leesachterstand weg te werken, speeches voor te bereiden en voor werkbezoeken in de regio. Daarmee wordt de vergelijking met onderwijzers alleen maar sterker. Die beweren ook altijd dat ze in hun lange vakanties nog van alles moeten inhalen en voorbereiden. Werk waar ze normaal gesproken niet aan toekomen. Volgens mij klopt er dan iets niet helemaal. Als 52-18 weken niet genoeg zijn voor het Kamerwerk, dan is het misschien verstandiger om niet 36 maar 46 weken echt te werken. Met de overige 6 weken vakantie zitten ze dan keurig op het gemiddelde (25-30 dagen) waar de doorsnee Nederlander recht op heeft.
En dat geldt natuurlijk ook voor iedereen die geniet van krokus-, mei-, zomer-, herfst- en kerstvakantie. Bij elkaar goed voor minstens 11 weken. Ruim boven het gemiddelde dus.
Ik gun iedereen zijn vakantie, maar al die vrije weken mogen niet als excuus gebruikt worden voor te hoge werkdruk.
In diezelfde krant van donderdag 10 mei stond een nóg opmerkelijker bericht. Over agenten die wel héél verantwoordelijk met hun werktijd omgaan! Klik voor commentaar hierop op deze link. Oordeel zelf!

zaterdag 5 mei 2007

De olifanten zijn los


Dit weekend genieten wij volop van het prachtige weer in Antwerpen. Maanden geleden al kochten wij 2 kaartjes voor de tentoonstelling van de Vlaamse Primitieven in het Museum der Schone Kunsten in Antwerpen. Vrijdag reden wij naar Antwerpen en namen voor een paar dagen onze intrek in het Astrid Park Plaza hotel, recht tegenover het Centraal Station. Onze eerste ontmoeting met Antwerpen waren dan ook de houten olifanten die op het Koningin Astridplein staan en richting Zoo lijken te lopen. Op de foto die ik uit de krant heb overgenomen (gefotografeerd met mijn Ixus vanaf het papier!) zie je ze in kolonne door Antwerpen lopen met het hotel op de achtergrond. De olifantengroep is een kunstproject van Andries Botha en heeft als doel nog meer bezoekers naar de Antwerpse Zoo te lokken. Vrijdagavond hebben wij heel erg lekker gegeten in De Peerdestal, een restaurant in de Wijngaardstraat dat wij tot nu toe, zeer ten onrechte, steeds voorbij waren gelopen. Het is een aanrader: je eet er bijzonder lekker, de sfeer is leuk en voor minder dan € 40,- krijg je er een compleet diner inclusief aperitief, een fles wijn én koffie! Wij kozen allebei voor zo'n menu en gingen dus na het nuttigen van ieder een fles wijn ietwat lollig terug naar het hotel.
Zaterdagmiddag bezochten wij dus de expositie van de Vlaamse Primitieven - en dan speciaal de mooiste tweeluiken - in het KMSKA. De sfeer was enigzins plechtig, maar sommige diptieken mocht je zelfs aanraken zodat je ook de achterkant ervan kon bekijken. De ruimte waar de tweeluiken hingen en stonden was erg beperkt en het was er heel druk, dat was nogal van invloed op het kijkgenot. Sommige toeschouwers waren zo in de ban van hun audiotourguide dat ze weinig of geen rekening meer hielden met mensen die het graag zelf willen bekijken en beoordelen (met een gidsje in de hand). Die waren er gelukkig nog genoeg.
Natuurlijk moest er in Antwerpen ook gewinkeld worden, vast onderdeel voor ons van een weekend in deze stad. Voorlopig hebben wij weer even geen nieuwe kleren nodig, we zijn goed geslaagd.
En dan zijn er uiteraard nog de vele terrassen die wij niet konden weerstaan. Zo zit je bijvoorbeeld bij D'n Bengel heel erg lekker in de zon en heb je een fantastisch uitzicht over de Grote Markt. Daar was het erg druk, er stonden kraampjes van Oxfam en Fair Trade en er er werd fanatiek op djembé's getrommeld. Denk daar een lekkere kriek bij en je zit ook bij D'n Bengel.
Hieronder nog een aantal foto's van dit zonnige weekend.









Deze week op Station Mill: Mill versus Nieuwegein