zondag 27 januari 2008

Probiotica in de media

Deze week stond bij ons geheel in het teken van de probiotica. Ook de tijd daarvoor waren wij daar allebei al vaak mee bezig, maar vanaf dinsdag werd het hectisch.
Het naar buiten komen van een negatief onderzoeksresultaat van een onderzoek waarbij probiotica werden gebruikt, zette ons leven even op zijn kop. Hoe betrekkelijk zoiets is, blijkt meteen als je merkt dat zelfs in je naaste omgeving niet iedereen de ernst van het nieuws heeft meegekregen.
Zoiets maak je natuurlijk wel vaker mee: op de dag dat je vader dood gaat bijvoorbeeld, blijkt de wereld gewoon door te draaien alsof die van jou niet helemaal stilstaat. En ook blijde gebeurtenissen geven niet iedereen de jubelstemming waarin jezelf op bepaald moment verkeert. In beide gevallen zou je wel de straat op willen gaan en iedereen de juiste toedracht van je eigen verhaal willen vertellen.
Dat gevoel kregen wij na de eerste berichten in de pers ook, zeker na het horen van zogenaamde experts die een eigen, onterechte, interpretatie aan de onderzoeksresultaten gaven. Onwetende journalisten gingen daar gretig op in en lieten daarmee blijken dat ze hun huiswerk niet gedaan hadden. De juiste vragen werden niet gesteld en daarmee werden de kijkers in de waan gelaten dat de uitkomst van het onderzoek misschien wel anders bekeken had moeten worden. Dat er commissies zijn die zo'n onderzoek op juistheid toetsen en de voortgang en conclusies bewaken, werd niet vermeld. Of de interviewers de moeite hadden genomen om zich daarin te verdiepen, werd niet duidelijk.

Gecoördineerd door het Universitair Medisch Centrum Utrecht heeft in 15 Nederlandse ziekenhuizen een onderzoek plaatsgevonden onder 296 patiënten met ernstige acute alvleesklierontsteking. Bij dit onderzoek werden de patiënten door loting per computer ingedeeld in 2 groepen. In de ene groep kregen de patiënten probiotica via de sondevoeding toegediend, terwijl in de andere groep een placebo aan deze voeding werd toegevoegd. Het onderzoek werd zogenaamd 'dubbelblind' uitgevoerd: patiënten noch behandelende artsen en zelfs de onderzoekers wisten niet in welke groep een patiënt was ingedeeld. Het belangrijkste doel van het onderzoek was het terugbrengen van het totaal aantal infecties. De probiotica die in het onderzoek gebruikt werden, was een speciale hiervoor geselecteerde mix (Ecologic 641).
Helaas bleek aan het einde van het onderzoek dat in de probiotica-groep significant meer sterfgevallen waren dan in de placebo-groep (24 tegen 9 van de 150 patiënten in iedere groep).


Wat er bij het bewuste onderzoek gebeurd is, is natuurlijk heel verdrietig. Maar bij de opzet van zo'n onderzoek, experiment zoals je wilt, wordt er vooraf een doelstelling geformuleerd. In dit geval ging het erom te onderzoeken of bijkomende infecties bij een acute pancreatitis (alvleesklierontsteking) te verminderen of zelfs te voorkomen zouden zijn. In eerdere, kleinere onderzoeken waren daar al goede resultaten mee bereikt en nu wilde men een grootschaliger onderzoek doen om het van tevoren berekende effect te kunnen toetsen aan de werkelijkheid.

Het onderzoek heeft veel discussie opgeroepen over de voor- en de nadelen van probiotica. Tot nu toe vindt die discussie alleen nog maar plaats via de pers, in kranten, over de radio en op de televisie. Daarbij worden conclusies getrokken die voorbarig zijn en grijpen (onwetende) journalisten niet op tijd in door het stellen van goed onderbouwde vragen.
Binnenkort verschijnt de officiële publicatie met de precieze onderzoeksresultaten in een wetenschappelijk tijdschrift. Pas dan zullen de echte deskundigen, medici en wetenschappers, zich in de discussie mengen. Tot die tijd zullen we geduld moeten hebben om de échte waarheid te horen over dit onderzoek en de rol die probiotica daarin speelde.

Wij gaan gewoon door met ons werk, wat op dit moment voor allebei vaak met probiotica (en darmflora) te maken heeft. Maar wat betreft het wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van probiotica is één ding duidelijk geworden: het heeft nog een lange weg te gaan.

Voor onafhankelijke informatie over darmflora en probiotica: www.gutflora.org

maandag 21 januari 2008

Buiten troosteloos, binnen troost

Vanmiddag luisterde ik naar een prachtige documentaire over Janis Joplin (19 januari 1943 - 4 oktober 1970) via de BBC radio. Terwijl het er buiten steeds troostelozer uitzag, zat ik te genieten van de muziek van en de verhalen over een van mijn favoriete zangeressen. 'Oh Lord, won't you buy me a Mercedes Benz'.... Gisteren zou ze 65 geworden zijn.
Vrienden, tekstschrijvers, een zus en andere tijdgenoten van haar vertelden het hele verhaal van de onzekere puber uit Texas die uitgroeide tot de eerste blanke blueszangeres van Amerika. Haar grote voorbeelden waren Odetta, Leadbelly, Bessie Smith en "big mamma" Thornton. Dat is ook in veel van haar muziek terug te horen. Zelfs toen ze een periode als zangeres van Big Brother and the Holding Company optrad. Maar, ondanks het familiegevoel dat er heerste binnen the Holding Company, wilde Janis een andere kant op met haar muziek en begon The Kozmic Blues Band en later The Full Tilt Boogie Band. Met die laatste band was ze nog bezig aan haar bekende album Pearl, toen ze op 27-jarige leeftijd stierf aan een overdosis heroïne.
Haar zus Laura vertelt in de documentaire over de worsteling die Janis doormaakte tijdens haar experimenten met allerlei drugs. Over de truien met lange mouwen die ze thuis altijd droeg om de littekens op haar armen te verbergen voor haar moeder.
Tegelijkertijd kijkt Laura ook terug op een heel gelukkige jeugd, samen met haar zus en broer. Ze kregen een opvoeding waarbij muziek heel erg belangrijk was.
Het was een troost om naar deze documentaire te luisteren op zo'n regenachtige zondagmiddag.

Hoe toevallig was het dat we vanavond naar het Parktheater in Eindhoven gingen voor een optreden van Egon Kracht en zijn Troupe. Troost' heette de voorstelling.
The Troupe maakt een muzikale theatertournee met, behalve 'eigen' musicus Egon Kracht op de contrabas, drie artiesten die raad weten met emoties. Ook Gerard van Maasakkers, Jeroen Zijlstra en Lydia van Dam lieten horen dat muziek blij maakt, ontroert en troost kan geven.
Over Gerard van Maasakkers heb ik al eerder geschreven op deze plaats. Wij zijn grote fans van zijn muziek én zijn teksten. Prachtig om hem daarom als onderdeel van een grotere productie te zien.
Na de eerste twee nummers - een ingetogen 'Kyrië' van Jeroen Zijlstra en het prachtige, droevige 'Kan de deur nie dicht' van Van Maasakkers - werd met het 'Friet met Polonaise' van Lydia van Dam meteen duidelijk dat troost iets opwekkends heeft. De hele avond kenmerkte zich door muzikale verfijning, nummers van grootheden als Dylan, Leonard Cohen, Neil Young en Clapton werden afgewisseld met eigen repertoire. Het mooie 'Marie' van en door Van Maasakkers en het 'Te Late Einde' (Tekst en Muziek van Maarten van Roozendaal) vertolkt door Zijlstra over ouderdom, werden ruimschoots gecompenseerd door het vrolijke 'Fado aan de Maas' van Van Dam en het speciaal door Troost gecomponeerde 'Dat Lucht Op'. Soms een gedragen sfeer en dan weer vrolijke noten. Een avond over liefde, teleurstelling, blijdschap en vooral... troost.
Een aanrader! (Deze korte tournee loopt nog t/m 31 januari 2008, voor informatie zie www.finkers.nl)

Setlist: Kyrië - Kan De Deur Nie Dicht - Polonaise - Het Houdt Niet Op - Marie - Het Te Late Einde - Old King - Blijf Cool - Breek - Ik Ben Je Man - Draag Me - Bekentenis - As Ge Ooit - Zo Gaat Dat Dan - Woelen en Draaien - Oud Zeer - As Ge Nie - Ruimtevaarder - Fado Aan De Maas - Tot Slot - Wie - Dat Lucht Op - De Pijn Is weg - Dragen - Ga Niet Weg

zondag 13 januari 2008

Kindvriendelijk of juist niet?

In een week waarin eigenlijk niks gebeurd is, moet ik toch iets schrijven op de weblog. Als je jezelf als taak hebt gesteld, dat er minstens iedere week één keer een bijdrage moet worden geleverd, dan moet er maar wat verzonnen worden.

Gelukkig hoorde ik gisteren op de radio iets wat nu een prima aanleiding voor mijn schrijfsel is:
Vanaf 11 maart 2007 mochten er alleen nog maar 'kindvriendelijke' aanstekers geproduceerd worden en precies een jaar later, dus 11 maart in dit jaar 2008, mogen er in Europa geen oude aanstekers meer verkocht worden. Het lijkt mij een contradictio in terminis (Latijn voor "tegenspraak in termen") en een erg slecht idee om aanstekers te maken die vriendelijk zijn voor kinderen. Wat moéten kinderen met een aansteker?

Gaan we nou ook proberen om het kindvriendelijke vuur uit te vinden? Au!

Heel lang geleden leerde je als kind dat sommige dingen niet voor kinderen bedoeld zijn. Of dat je heel goed uit moest kijken als je iets gevaarlijks deed. Je had ouders die je vertelden dat je iets niet mocht en als je het tóch deed, moest je de gevolgen maar voelen én kreeg je bovendien ook nog eens flink op je kop omdat je niet geluisterd had!
Voorbeeld? Als je zin had om je lekker uit te leven aan een duikelstang - en die waren niet altijd in keurig aangelegde speelplaatsjes te vinden, maar die zagen wij ook gewoon in de afscheidingen van tuinen - dan moest je goed vasthouden tijdens het salto's draaien. Er lagen géén rubbertegels onder en als je viel, deed het ongelooflijk zeer. Knie kapot en soms nog erger, dan zat er ook een gat in je broek. Daar kreeg je dan thuis ook nog eens voor op je donder. Het gevolg was wel dat je heel erg goed uitkeek als je gevaarlijke dingen deed.
Ander voorbeeld. Toen mijn kinderen klein waren zaten er gewone doppen op de flessen met schoonmaakmiddel en ik moest als moeder gewoon zorgen dat ze er niet aan konden komen. Dat is ook de taak van ouders: je kind beschermen, zorgen voor een veilige omgeving, maar als de kinderen iets ouder zijn ook opvoeden in de zin van uitleggen dat iets niet kan of mag omdat het gevaarlijk is. Zo werkt het. Maar ooit bedacht iemand dat het beter was om de gewone doppen op die flessen te vervangen door 'kindvriendelijke' sluitingen, want daardoor zouden er minder kinderen vergiftigd worden. Nu konden de flessen ook gewoon weer onder in de aanrechtkast want er was geen kind meer die ze open kon krijgen... Nog steeds wordt 32% van de vergiftigingen bij kinderen veroorzaakt door huishoudproducten. Misschien betreft het hier hele slimme kinderen of misschien werken die doppen toch niet echt preventief of misschien.... Misschien vergeten sommige ouders dat ze nog steeds hun kind moeten beschermen en zorgen voor een veilige omgeving, niet alleen door veilige doppen op flessen. Er zijn trouwens wel veel volwassenen die moeite hebben met het openen van de kindvriendelijke sluitingen, misschien ook wel met het sluiten (maar dat is meer een idee van mezelf).

Een veilige omgeving kun je ook overdrijven. Kinderen helemaal afschermen van gevaar is niet mogelijk, maar ook niet wenselijk. Er moet iets te leren overblijven, zo zit de mens in elkaar. Als het goed is zoeken kinderen hun grenzen op, daar kunnen en moeten we ze niet totaal tegen beschermen. Als je te dicht bij het vuur komt, verbrand je je en dan moet je dus op de blaren zitten. Een levensles. Ouders spelen hierbij natuurlijk wel een rol door het goede voorbeeld te geven en door bepaalde dingen gewoon te verbieden.

En dan nu de 'kindvriendelijke' aansteker. Hoe lang zou een ondernemend kind nodig hebben om het veiligheidspalletje eraf te krijgen? Dus lieve ouders: gewoon goed blijven opruimen, zorg dat ze er niet bij kunnen. En vertel ze gewoon dat het niet mág, met vuur spelen!

zondag 6 januari 2008

Parijs - Nijmegen - Rotterdam


Woensdag was onze laatste dag in Parijs. Omdat de Thalys pas om half 4 zou vertrekken, hadden we gelukkig nog ruim de tijd om een bezoek aan het Museum Antoine Bourdelle te brengen. Eén van de doelen die we ons gesteld hadden, toen we naar Parijs vertrokken. Behalve de speciale Henry Moore expositie was er natuurlijk vooral werk van Bourdelle zelf te vinden. Deze beeldhouwer, leerling van Auguste Rodin, leefde van 1861 tot 1929 en maakte enorme beelden. Hij woonde en werkte in het pand dat nu museum is, in de naar hem genoemde Rue Antoine Bourdelle, vlakbij de Tour Montparnasse.
Voor onze laatste lunch in Parijs gingen we terug naar Rue Faubourg de Montmartre, in de buurt van het hotel waar we onze bagage zolang hadden achtergelaten. Het algehele rookverbod in Frankrijk was nu duidelijk merkbaar, want alhoewel wij lunchten in een brasserie/bar-tabac, werd er helemaal niet meer gerookt.
De treinreis terug ging weer helemaal volgens schema, maar gelukkig konden we in Antwerpen uitstappen. Achter ons zaten namelijk nogal luidruchtige vakantiegangers (onvervalste Utrechters) die blijkbaar niet zo'n leuke tijd als wij gehad hadden.
Woensdagavond kwamen we thuis in een redelijk donker Mill, vergeleken bij de lichtstad in ieder geval. Voor mij tijd om donderdag onze kerstspullen weer voor een jaar op te ruimen en daarna weer gewoon aan het werk te gaan. Genoeg te doen.
Zaterdag konden we nog net op de valreep naar de tentoonstelling 'Tien Kreatieve Aksiejaren' over het Nijmeegs studentenverzet in de jaren '70. (Museum Valkhof Nijmegen, 6 januari 2008 laatste dag van deze expositie). Voor de mensen die aan dit verzet deelnamen of zelf student waren in Nijmegen in deze periode natuurlijk een feest van herkenning, voor ons wel een goed beeld van de tijdgeest die wij erin herkenden. Met hier en daar zelfs nog bekende gezichten tussen de actievoerders op de tentoongestelde foto's en films.

's Avonds was het tijd voor ons jaarlijkse uitje naar de Zesdaagse in Ahoy in Rotterdam, een wielerspektakel waar je bij moet zijn om het te begrijpen. Púúr entertainment. Mijn favoriete onderdeel ervan is de derny. Bij de derny-race heeft iedere wielrenner een eigen 'gangmaker' die op een tweetakt brommertje de weg baant voor de renner. Het is een prachtig samenspel, niet in het minst door de super-gangmaker Joop Zylaard die samen met Erik Zabel 2 keer voor een winnende combinatie zorgde.

Heel Ahoy ging uit zijn dak tijdens de spannende races. Voor ons zat de hele familie Dekker, ook Erik zelf met zijn zoontjes. Leuk om te zien hoe hij zijn jongens alles precies uitlegde en hoe geboeid die al waren door alles wat met het wielrennen te maken heeft.

dinsdag 1 januari 2008

Ici Paris


Onze drie dagen Parijs zitten er weer bijna op. Een aantal dingen die we ons voorgenomen hadden, zijn niet gelukt. Ten eerste wilden we een bezoek brengen aan het Museum Antoine Bourdelle, waar op dit moment een tentoonstelling is van Henry Moore. Helaas was het museum op maandagen én op zon- en feestdagen gesloten, zodat er voor ons geen mogelijkheid meer was om te gaan. Toen besloten we om dan toch maar naar Centre Pompidou te gaan op Nieuwjaarsdag, alhoewel we daar al ooit eerder een uitgebreide expositie van Giacometti bezochten. Hoe wrang was het om te ontdekken dat het museum op dinsdagen gesloten is. Het duurde ook even voordat wij beseften - we zijn sinds kerstmis 'de tel' al kwijt - dat het vandaag dinsdag is (op een bord stond dat Centre Pompidou alle dagen open is behalve 'le mardi' et le 1er Mai).
Toen zijn we naar het Salvador Dali museum gegaan op Montmartre (vlakbij de Place de Tertre), daar hadden we andere jaren al eens aan een gesloten deur gestaan. Een klein museum op particulier initiatief, maar de moeite waard.
Verder hebben we deze dagen weer volop genoten van de drukte, de mensen, het eten en vooral de Parijse sfeer.
Gisteravond op de Champs Elysees was het weer behoorlijk druk en op de terugweg naar het hotel hebben we nog verschillende mensen Bonne Année kunnen wensen.
Kijk voor de foto's in het fotoalbum op Picasaweb:
Parijs Oud en Nieuw 2007/2008