maandag 3 april 2006

Australië's outback


In het Desert Park Museum in the Alice (zoals de Aussies Alice Springs zelf noemen), zijn verschillende woestijnhabitats uit Australië bij elkaar gebracht. Vogels, slangen en andere reptielen, insecten, ratten, muizen, maar ook kangaroes en emoes. Het lijkt een heel groen park omdat er uit verschilende delen van Australië planten zijn overgebracht, maar ook de grassoort spinifex (ongeveer 60% van Australië is hiermee bedekt!) en de white gum tree die hier al van nature groeien. Al met al ziet het er redelijk groen uit en is er veel variatie. Dat is heel anders als je er vanuit de lucht naar kijkt. Vanuit het vliegtuig is de woestijn vooral een hele uitgestrekte rode vlakte met hier en daar een groen vlekje. Maar er is dus volop leven in de outback!
Zondag hebben we een rit van anderhalf uur gemaakt om dat met eigen ogen te zien. We reden over een kaarsrechte weg (Stuart Highway) en kwamen maar heel zelden iemand tegen. Links en rechts van de weg, overal waar je kijken kunt, strekte de outback zich voor ons uit. Soms afgeschermd met hekken om de kangaroes van de weg te houden. Helaas lukt dat niet altijd, de enige kangaroe die we zondagmiddag in het wild hebben gezien was dan ook een dooie. Op sommige plaatsen langs de Highway zijn cattle stations en zie je over een enorme uitgestrektheid paarden grazen in de droogte.
Ons uiteindelijke doel waren de Henbery Meteorite Craters, waarvoor we dus eerst 130 km over een kaarsrechte asfaltweg reden om vervolgens nog 15 km over een dirtroad (rode steenslag) te moeten. Eigenlijk mochten we met onze huurauto niet van de harde weg af, dirtroads zijn ten strengste verboden, gelukkig hebben we geen lekke band of andere pech gehad!
Eenmaal aangekomen bij de Craters zagen we wel de verrassing van ons leven, want er liep een heuse dromerdaris rond. Overal lag trouwens ook dromedarispoep, dus er moeten er meer geweest zijn. Inmiddels hebben we ons laten vertellen dat die dromedarissen (camels worden ze hier genoemd) afstammen van door de Engelsen ingevoerde Afghaanse exemplaren. De karavaan werd begeleid door Afghaanse kamelendrijvers en ingezet om in de bevoorrading van Alice Springs te voorzien. De spoorlijn van Adelaïde naar Alice Springs, die in 1929 dit werk en de kamelen overbodig maakte, is genoemd naar hen: de Ghan. De kamelen zijn toen losgelaten en lopen sinds die tijd in het wild rond. Markant detail hierbij is dat er inmiddels camel farms zijn in de outback die de daar gefokte kamelen verkopen aan sjeiks in Saudi-Arabië. Hiervoor worden de kamelen weer gevangen om mee te fokken.
Op de plaats van bestemming zaten trouwens weer zo ontzettend veel vliegen - wat wil je ook met al die kamelenpoep - dat we er niet lang gebleven zijn. We hadden genoeg outback gezien voor een dag. 's Avonds konden we de woestijnbewoners nog eens op ons gemak bekijken in het Desert Park Mueseum in Alice Springs, daar was namelijk de openingsreceptie van het internationaal pneumokokkencongres waarvoor we hier zijn. Het enige dier wat er volgens mij echter ontbrak, was de kameel!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten