zondag 29 januari 2006

Rechtdoor over de rotonde

Tegenwoordig zit ik nooit meer alleen in de auto, er wordt tegen me gepraat. "Rechtdoor over de rotonde, neem tweede afslag"... Heel gemakkelijk, zo'n navigatiesysteem dat je de weg wijst en je overal heenbrengt.
Nou ben ik niet iemand die zich zomaar de weg laat wijzen, dat zoek ik heel graag zelf uit. Maar toegegeven, dit is een uitvinding waar je wat aan hebt. Want als ik eens ondeugend wil zijn, lekker niet luister naar "Ga hier rechtsaf", maar gewoon rechtdoor rijd dan past het systeem zich snel weer aan mij aan. Eerst nog een zwakke poging wagend om de voorgestelde weg te blijven volgen: "Probeer om te keren", maar proberen is natuurlijk niet verplicht. Al gauw wordt een andere route berekend en je zit vanzelf weer op de juiste weg!
De stem die je via de snelste route overal heenbrengt, kun je zelf kiezen. Er zijn diverse mannen- en vrouwenstemmen die in de taal van je keuze op tijd de aanwijzingen geven die je nodig hebt. Zelf heb ik gekozen voor Vlaamse Lucie, een sympathieke, beetje zwoele stem die niet al te dwingend klinkt. Voor mij geen kerels in de auto die het altijd beter weten als het om kaartlezen gaat, Lucie bevalt mij wel. Vandaag nog, bracht ze ons naar Rijswijk bij Den Haag. Vooral het laatste stukje is altijd heel nuttig, want snelwegen kan ik zelf ook nog wel vinden en er hangen enorme borden boven die me op tijd waarschuwen voor afslagen en knooppunten. Maar eenmaal aangekomen in Delft is het altijd weer spannend om op de juiste plek in Rijswijk uit te komen. Geen centje pijn deze keer, Lucie mag blijven!
Wat ik me echter wel heb afgevraagd, is of ik zo wel voldoe aan de regels van Rita Verdonk. Geldt Vlaams ook als Nederlands, want ik rijd met Lucie tenslotte over de Nederlandse straten waar je binnenkort geacht wordt alleen nog maar Nederlands te spreken. Misschien dat ik toch maar eens ga nadenken over een andere stem, Engelse Jane bijvoorbeeld of Amerikaanse Bonnie. Want welke taal ik onderweg spreek, maak ik altijd nog zelf uit mevrouw Verdonk!

maandag 23 januari 2006

De Franse Keuken

Dit weekend waren we in Parijs, voor de zoveelste keer. Het verveelt echter nooit, we zouden er eigenlijk nog veel vaker heen willen. Maar voorlopig houden we het op zo'n twee keer per jaar, dat is nog te combineren met allerlei andere tripjes die we zo graag maken.
We vertrokken op vrijdagmiddag om 16.10 uur vanaf Brussel en het lukte nét niet om voor het donker in Parijs aan te komen. Toch kozen we ervoor om vanaf het Gare du Nord naar het hotel in de buurt van de Place de la République te lopen. Het is altijd fijn als je alvast wat van je directe omgeving gezien hebt, zo weet je dan bijvoorbeeld waar de avondwinkeltjes zitten en je ontdekt wellicht leuke restaurantjes. De omgeving waar we deze keer terechtkwamen was erg in de buurt van die van een vorige keer, we zagen dus al veel vertrouwde dingen.
Het hotel was oud, maar netjes en we werden er vriendelijk ontvangen. De lift had helaas wel een redelijk verontrustend opschrift: Maximaal 2 personen zonder bagage of 1 persoon met bagage. En daar moet je dan mee naar de vierde verdieping. Het noodlot tartend zijn wij er toch met z'n tweeën mét bagage ingestapt, toen was de lift ook vol! Gelukkig hebben we het overleefd, want ons weekend in Parijs moest tenslotte nog beginnen. Eenmaal aangekomen in je hotelkamer, wil je daar eigenlijk altijd weer zo snel mogelijk weg: de stad in. We besloten om met de metro richting St. Michel te gaan en vonden daar in de Rue St. Séverin (eigenlijk dus gewoon de St. Severinusstraat) een leuke bistro, genaamd Le Grand Bistro. Onder een berenvel en een opgezette fazant schuif je aan je tafeltje met links en rechts minimale ruimte tot de tafeltjes van de buren. Op de kaart stonden allerlei heerlijkheden uit de bergen (Spécialités des Montagnes) en het was niet moeilijk om daaruit iets lekkers te kiezen.
Een van onze "hobby's" in den vreemde is altijd om erachter proberen te komen welke nationaliteit de andere gasten hebben. We hoorden veel Nederlands, ook Duits en Engels, maar onze naaste buren waren moeilijk te plaatsen. Uiteindelijk maakten ze zelf een einde aan onze onzekerheid door ons om raad te vragen in een Franse taalkwestie. Wij werden in gebrekkig Engels om hulp gevraagd bij hun conversatie met ober Zidane, de oudste van de twee wilde graag in het Frans vragen welk dessert hij volgens Zidane "verdiende". Zo kwam er een leuk gesprek op gang, ze bleken uit Brazilië te komen en een week in Europa te zijn. In die week gingen ze 5 (vijf!!!) congressen bezoeken die te maken hadden met krachtcentrales, zelf waren ze ingenieurs in powerplants. Vrijdag, de dag dat ze aangekomen waren, was hun vrije dag en brachten ze in Parijs door. Uiteindelijk hadden we een heel leuk gesprek over Brazilië, Nederland, Nederlandse immigranten in Brazilië, Parijs, koffie en nog véél meer. Van Zidane kregen de heren tarte tatin, het toetje dat ze blijkbaar "verdienden".

zondag 15 januari 2006

In de file naar de tandarts

Dat ik een populaire tandarts heb, weet ik al enige tijd. Ze neemt geen nieuwe patiënten meer aan, helaas voor vrienden van ons die op zoek waren naar een nieuwe tandarts. Ze is niet alleen populair, ze is ook goed en vooral heel aardig. Alhoewel we al bijna een jaar in Mill wonen, ben ik nog steeds client - zo heet dat volgens mij tegenwoordig - bij mijn tandarts in Nieuwegein. Hoe lang ik daar al kom, weet ik niet meer precies, maar het moet al heel wat jaren zijn. Inmiddels zijn er namelijk al veel van mijn tanden en kiezen door haar onderhanden genomen. Omdat ik het niet zo op tandartsen heb, vooral niet op waar ze allemaal mee bezig zijn als jij machteloos met open mond in hun stoel ligt, is een bezoek voor mij altijd weer spannend. Toch ga ik keurig ieder half jaar: ik maak een afspraak nadat ik een kaartje van de tandarts heb ontvangen.
Zo was ik dus deze week weer aan de beurt voor mijn halfjaarlijkse bezoek aan Pia, mijn tandarts. De afspraak werd niet te vroeg gemaakt, in verband met de files. Half 10 werd ik in Nieuwegein verwacht en vol goede moed ging ik net iets voor 8-en op pad. Dat lijkt erg vroeg voor een afstand waar je normaal een uurtje over doet, maar de ervaring leert dat het wel eens nodig zou kunnen zijn. Tot Den Bosch was er niks aan de hand en scheurde ik lekker over de nieuwe A59. Helaas had ik inmiddels al wel op de radio gehoord dat er een enorme file stond op de A2: 14 kilometer tussen knooppunt Deil en Everdingen. Stiekem hoopte ik dat die al aan het oplossen was en reed rustig verder. Veel anders kun je dan ook niet doen, als je eenmaal op de snelweg zit. Nog vóór Waardenburg, op de brug bij Zaltbommel reed ik de fuik in. Dat werd dus waarschijnlijk een lange lijdensweg. Moest ik al bellen, of nog even wachten? Uiteindelijk besloot ik om 9 uur toch maar te bellen, ik stond toen al enige tijd stil bij Deil. Half 10 zou echt nooit meer gaan lukken en ik was bang dat ik voor niks op weg was.
Het duurde even voordat ik Pia aan de lijn kreeg, ze heeft geen assistente en moet tussen de bedrijven door zelf haar telefoon opnemen, en ik haar kon vertellen dat ik waarschijnlijk veel te laat zou komen. Wonder boven wonder was dat geen probleem, de patiënt na mij had wegens ziekte afgezegd en de rest schoof dan maar wat op. Geweldig, mijn tandarts is niet voor niets zo populair. Na nog eindeloos stilstaan en langzaam rijdend sukkelen, reden we opeens weer door toen we eenmaal Everdingen waren gepasseerd. Net na 10-en kwam ik binnen bij Pia en kon meteen de stoel in. Oei, een gat in mijn kies (dat wist ik wel, geen verrassing) en na de verdovende prik, tandsteenbehandeling en het echte handwerk van boren, vullen en restaureren was ik er weer voor een halfjaar mee klaar. In de wachtkamer zat inmiddels iemand al te lang te wachten, ikzelf ging nog even lekker koffiedrinken bij een vertrouwd adres in Nieuwegein. Even bijkletsen met mijn vriendin, wat overigens nog niet meeviel met mijn nog halfverdoofde mond!

zaterdag 7 januari 2006

Fiets

Deze week werd er voor ons gefietst, in Venray en in Rotterdam. In Venray ging het vooral om het theater van het wielrennen, of zoals Peter Winnen het verwoordt: "Dit is sportieve waanzin, met een dodelijke ernst verbeeld door een op hol geslagen wielerfanaat". De oudrenner, onder andere bekend van de Tour de France en tegenwoordig ook als (tekst)schrijver, schreef het script voor "Fiets". Een theaterstuk van Drieons (www.drieons.nl) met muziek van Palinckx (www.palinckx.nl) over de beklimming van de Alpe d'Huez en de strijd die de renner "in het geel" daarbij moet voeren tegen het jonge talent en vooral tegen zichzelf. In het stuk is van alles te zien en te horen, als toeschouwer heb je het redelijk druk om het allemaal bij te houden. Door slim gebruik te maken van videocamera's en de beelden daarvan te combineren met het spel zelf, ontstaat een verrassend theaterstuk. Er wordt gedanst, gegeten, gevloekt, geroddeld en uiteraard gefietst. Alles bij elkaar geeft het een heel andere kijk op de wielrensport, volgens Peter Winnen is dat ook precies de bedoeling van het stuk.
In Rotterdam vond deze week ook een wielercircus plaats: de zesdaagse. Hier geen ironie, geen gespeeld theater, maar harde werkelijkheid. Renners die de pedalen ronddraaien alsof hun leven ervan afhangt. Hier gaat het om de roem en om de poen. Toch is het moeilijk om kort na het zien van "Fiets" de wielersport onbevangen te bekijken. Want ook hier lijkt het op theater, echter met een andere regisseur en een totaal ander script. Maar ieder kent en speelt zijn rol met overtuiging: wielrenners, verzorgers en publiek. Er wordt gegeten, gevloekt, geroddeld en gefietst. Het dansen ontbreekt hier, tenminste als je de ritmisch ronddraaiende pedalen niet meetelt. Misschien moet daar nog een oplossing voor gevonden worden.

zondag 1 januari 2006

Gelukkig Nieuwjaar


De eerste oudejaarsavond voor ons in Mill is erg rustig verlopen. Er werd wel vuurwerk afgestoken voordat het 12 uur was, maar daar hadden we nauwelijks hinder van. Onze hond dacht daar echter anders over. Vanaf de eerste knal die we hier hoorden, dat was ergens in de middag van 30 december, reageerde de hond paniekerig. Vreemd als je bedenkt dat we de jaren hiervoor aan een park woonden waar al vanaf half oktober geknald werd. En niet zo'n beetje geknald, maar in de maanden tot Nieuwjaar werd daar voor kapitalen de lucht in geschoten. Zelf gefabriceerd met enorm harde knallen, venijnige rotjes met scherpe knallen en de talloze mislukkelingen met gesis en toch nog onverwachte knallen. Klaarblijkekijk wennen ook honden eraan, want echt reageren deed ze daar nooit op.
Hier in Mill is dat echter een ander verhaal, hier moet territorium worden bewaakt! De paar knallen die we de dag ervoor en op Oudjaar zelf hoorden, werden flink afgeblaft. Vooral als de hond buiten in de tuin was, moest er gegromd worden om vervolgens met de staart tussen de benen snel naar binnen te vluchten. Want bewaken is één ding, dapper standhouden ligt niet in de aard van ons beestje. Binnen nagrommen wel en bij een volgende knal gewoon weer opnieuw blaffen.
's Avonds was de hoek van de Stationsstraat met de Juliana- en de Bernardstraat een favoriete plek voor de paar kinderen die bij ons in de buurt wonen. Daar mochten ze al voor 12 uur hun knalvuurwerk afsteken, om een uur of 10 was dat blijkbaar allemaal op. Om 12 uur was er wel enig lawaai, maar niet echt veel en uiteindelijk wende zelfs onze dappere viervoeter eraan. Die was inmiddels al lang door zijn korte pootjes gezakt en lag onderuit in diepe slaap verzonken, af en toe zichtbaar en luidruchtig dromend. Van mooi siervuurwerk, of misschien een knappe reu uit de buurt of gewoon van een heel lekker groot bot....? Dat zullen we nooit weten, maar het jaar begon voor ons alledrie heel rustig en gelukkig.