zondag 9 april 2006

Op de helft

Halverwege onze vakantie in Australië zijn we in Perth aangekomen. Na ruim een week de stilte van Central Australian en de Northern Territory vinden wij het hier wel heel druk. Liepen we een paar dagen geleden nog in stille verwondering rond Ayers Rock, gisteren verbleven we de hele dag op een toeristisch eiland in de Indische Oceaan: Rottnest Island.
Ayers Rock ligt midden op de heilige grond van de Aboriginals en alles is daar omgeven met mystiek. De grote rode kolos ziet er iedere minuut anders uit, afhankelijk van het licht en de hoek van waaruit je hem bekijkt. Heel Uluru - Kata Tjuka National Park is een aparte belevenis die je eigenlijk niet mag meemaken zonder goede uitleg van een gids. Wij werden daarin bijzonder goed geholpen door Ray en Dave, de 2 buschauffeurs annex gids annex kok/cateraar die onze dagtrip verzorgden. Alle lof voor hun organisatietalent!
Ook het verhaal dat na zonsondergang de weinig verharde wegen in de outback worden 'geteisterd' door kangoeroes hebben we met eigen ogen kunnen zien. Wij begrijpen nu waarom het niet toegestaan is om een rental car tussen dusk en dawn te gebruiken. Tenminste, gebruiken is één ding maar je kunt je niet verzekeren tegen animal damage. Tijdens onze busrit in het donker hebben we zeker 40 springers langs de kant van de weg zien zitten, springers die rustig een andere kant opgaan dan de richting waarin ze kjken. De meeste kangoeroes werden keurig ontweken door Ray of Dave, afhankelijk van wie reed, maar eentje heeft het helaas met de dood moeten bekopen! Deze jongen verkoos de dood boven het leven en sprong op het laatste moment tóch voor de bus. Een harde klap maakte een einde aan dit kangoeroeleven. In de bus werd gehuiverd...

Nee, dan Rottnest Island, daar mogen geen auto's komen. Kangoeroes komen er trouwens niet voor, wel quokka's. Quokka's zijn kleine buideldieren die nog het meest aan ratten doen denken. Ze zijn echter allesbehalve eng, hebben zelfs een hoge aaibaarheidsfactor. Omdat ze geen natuurlijke vijanden op het eiland hebben, laten ze zich gemakkelijk benaderen én aaien. Ze zitten het liefst in de schaduw, maar komen zeker naar je toe als je ze aanhaalt. Met wel 5 tegelijk blijven ze achter je aanlopen, om dan opeens weer in de bossen te verdwijnen. Het zijn grappige nieuwsgierige beestjes die ondanks de vele toeristen op het eiland nog steeds geen afkeer van mensen hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten